Bruingrijze berkenboleet
Bruingrijze berkenboleet | |||||||||||||||
---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|---|
Bruingrijze berkenboleet | |||||||||||||||
Taxonomische indeling | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
Soort | |||||||||||||||
Leccinum cyaneobasileucum Lannoy & Estadès (1991[1]) | |||||||||||||||
Synoniemen | |||||||||||||||
| |||||||||||||||
|
De bruingrijze berkenboleet (Leccinum cyaneobasileucum) is een schimmel behorend tot de familie Boletaceae. Hij groeit bij berk (Betula).
Kenmerken
Uiterlijke kenmerken
- Hoed
De hoed heeft een diameter tot 9 cm. De vorm is bij jonge exemplaren g half bolvormig, later geweld. De hoedrand is niet of hooguit 0,5 mm over de buisjes hangend. het oppervlak fijn viltig, vochtig iets kleverig. De kleur is egaal bleek- tot donkerbruin, wit tot ivoorkleurig bij bleke vorm. Oude exemplaren kunnen vanaf de hoedrand een (olijf)groenige tint krijgen.[2]
- Poriën en buisjes
Zijn wit, dan roze grijs als grondkleur van de steel. Later worden de buisjes rozebruin, donkerder dan de poriën.[2]
- Steel
De steel heeft een lengte van 7 tot 20 cm en een dikte van 0,8 tot 2 cm. De vorm is cilindrisch of verbredend naar de basis toe. Het is bedekt met bruinachtige schubben.[2]
- Sporenprint
De sporenprint is walnootbruin.
Microscopische kenmerken
De basidiosporen zijn enigszins spoelvormig en meten ze 14–18 × 5–6 µm.
Verspreiding
De bruingrijze berkenboleet komt in Nederland algemeen voor. Hij staat niet op de rode lijst en is niet bedreigd.[3]
Taxonomie
Oorspronkelijk gevonden groeiend onder de ruwe berk (Betula pendula), werd het in 1991 beschreven als nieuw voor de wetenschap.
Leccinum cyaneobasileucum var. cyaneobasileucum draagt de naam Groenwitte berkenboleet.
Foto's
- Sporen