Pieter Maria Frans van Meeuwen
Pieter van Meeuwen | ||
---|---|---|
Pieter Maria Frans van Meeuwen | ||
Geboren | 25 april 1837 ('s-Hertogenbosch) | |
Overleden | 11 mei 1913 ('s-Hertogenbosch) | |
Nationaliteit | Nederlands | |
Alma mater | Universiteit Leiden | |
Partner | Elisabeth Julienne Magnée | |
Functies | ||
←1900–1909→ | President van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch | |
1889–1900 | Vicepresident van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch | |
1871–1889 | Advocaat-generaal bij het Gerechtshof 's-Hertogenbosch |
Jhr. Pieter Maria Frans van Meeuwen ('s-Hertogenbosch, 25 april 1837 - aldaar, 11 mei 1913) was een Nederlands jurist en president van het gerechtshof in zijn geboortestad.
Van Meeuwen, lid van de familie Van Meeuwen, was een zoon van de Bossche advocaat Eduardus Johannes Petrus van Meeuwen, die in 1846 gouverneur van de provincie Limburg zou worden, en van Cornelia Theresia Hanssen. Van Meeuwen promoveerde in 1859 in de rechten magna cum laude in Leiden en werd in datzelfde jaar advocaat in 's-Hertogenbosch. In 1866 trouwde hij met Elisabeth Julienne Magnée, vrouwe van Vliek (1843-1900), met wie hij vier kinderen kreeg, onder wie de jurist jhr. mr. Pieter Leon van Meeuwen (1870-1921). Zij was een dochter van de burgemeester L.H.A. Magnée van de Limburgse gemeente Horn, de eigenaar van kasteel Vliek. Na zijn overlijden werd het kasteel eigendom van Van Meeuwen. Hij werd in 1871 benoemd tot advocaat-generaal bij het gerechtshof. In 1889 werd hij vicepresident van het Hof, en na het overlijden van T.H. Bondam in 1900 volgde hij hem op als president; hijzelf werd als president opgevolgd door zijn broer jhr. mr. Lodewijk Cornelis Josephus Andreas van Meeuwen.
Van Meeuwen was voorzitter van het Provinciaal Genootschap van Kunsten en Wetenschappen in Noord-Brabant en voorzitter van de Sociëteit Casino.
Jhr. mr. P.M.F. van Meeuwen was ridder in de Orde van de Nederlandse Leeuw en commandeur in de Orde van Oranje-Nassau. Hij overleed in zijn geboorteplaats op 76-jarige leeftijd.
Bibliografie
- De wet van 13 Aug. 1849 (Staatsbl. No. 39) regelende de toelating en uitzetting van vreemdelingen, en de algemeene voorwaarden op welke, ten aanzien van hunne uitlevering verdragen met vreemde mogendheden kunnen gesloten worden. Leiden, 1859 (proefschrift).
Voorganger: T.H. Bondam | President van het Gerechtshof 's-Hertogenbosch 1900–1909 | Opvolger: Jhr. L.C.J.A. van Meeuwen |
- Nederland's Adelsboek 88 (1999), p. 228-232.
- G.C. Kok, Van Raad van Brabant naar Gerechtshof te 's-Hertogenbosch. Zes eeuwen rechtspraakgeschiedenis. Hilversum, Uitgeverij Verloren, 2008, p. 108-117.