Treponema denticola

Treponema denticola
Taxonomische indeling
Domein:Bacteria
Klasse:Spirochaetes
Orde:Spirochaetales
Familie:Treponemataceae
Geslacht:Treponema
Soort
Treponema denticola
Treponema denticola op Wikispecies Wikispecies
Portaal  Portaalicoon   Biologie

Treponema denticola is een beweeglijke, kleine tot middelgrote spirocheetbacterie. Het is een orale (in de mondholte levende) soort, die leeft in tandplak en zich kan hechten aan allerlei oppervlakken. Bovendien kan hij binnenin menselijke cellen leven, onder andere in de epitheelcellen van het tandvlees. T. denticola beschikt over mechanismen om zich te verbergen voor het immuunsysteem van de gastheer.[1]

T. denticola voedt zich door eiwitten te fermenteren[2] en veroorzaakt een sterke weefselafbraak (proteolyse). Deze parasiet is betrokken bij uiteenlopende aandoeningen van de tanden en de mondholte, vooral tandvleesontstekingen en parodontitis. Zo'n 80% van de mensen maakt ooit een ontsteking met T. denticola door, wat bij slechte gezondheidszorg en mondhygiëne kan leiden tot het afsterven van botweefsel in de tandkassen.[3][opm. 1] Ook bij gezonde mensen komt de bacterie voor, zij het in kleine aantallen.[4]

De bacterie is eind 19e eeuw beschreven en er is vrij veel over bekend, mede doordat hij in laboratoria makkelijker te kweken is dan veel andere spirocheten. De bacterie is facultatief anaeroob en kan dus zowel met als zonder zuurstof overleven, hoewel hij vaak als anaeroob is aangeduid. Het genoom is in 2004 gepubliceerd. Behalve bij de mens is deze bacterie ook een ziekteverwekker bij de huismuis en het huisrund, en hij kan overleven in de weefsels van allerlei gewervelden.[5][6]

Rood complex

Treponema denticola wordt tot het 'rode complex' gerekend, drie bacteriesoorten die in verband gebracht worden met chronische tandvleesontstekingen en parodontitis; de andere twee zijn Porphyromonas gingivalis en Tannerella forsythia. Deze soorten komen vaak samen voor. De term 'rood complex' kan suggereren dat er synergie bestaat tussen deze soorten, maar een onderzoek bij ratten gaf daar geen aanwijzing voor.[7]

Een verhoogd gehalte aan T. denticola in de mond wordt beschouwd als een van de belangrijkste oorzaken van parodontitis. Veel minder duidelijk is het verband tussen dit rode complex en aandoeningen van de tandpulpa, blijkens een studie uit 2001.[8]

Mondholte en elders

Er zijn circa zeshonderd verschillende micro-organismen bekend die geregeld worden aangetroffen in de mondholte van de mens.[9] T. denticola is sterk gespecialiseerd om in dit complexe milieu te overleven en is in kleine aantallen ook in gezonde gebitten te vinden, zelfs bij kinderen.[4] Hij komt gewoonlijk bij het eten en drinken in de mond terecht en om daar te blijven moet hij zich snel aan een oppervlak hechten, zie het kopje Hechting. De soort wordt in verband gebracht met de incidentie en de ernst van parodontale aandoeningen bij de mens.[3]

Behalve in de mondholte komt T. denticola ook voor in de ademhalingsorganen. Verder wordt hij – zoals veel bacteriën uit de mondholte – aangetroffen bij vrouwen met bacteriële vaginose; onderzoekers vermoeden dat dergelijke bacteriën in de vagina kunnen komen door beffen.[10]

Kweek en laboratoria

Treponema denticola is gramnegatief. De bacterie kan bij 37 graden Celsius (lichaamstemperatuur) gekweekt worden in het kweekmedium DSMZ Medium 909, onder een zuurstofvrije atmosfeer van 80% stikstof, 10% kooldioxide en 10% waterstof.[11] Veel spirochetensoorten zijn lastig in vitro te kweken. Anno 2000 waren er slechts vier bekend die betrouwbaar opgekweekt en in leven gehouden konden worden; naast T. denticola waren dat T. pectinovorum, T. socranskii en T. vincentii.[12] In 2011 kon nog altijd 70% van alle Treponema-variëteiten niet in vitro gekweekt worden.[1] In vivo wordt T. denticola bestudeerd in weefsels van uiteenlopende dieren, waaronder mensen, paarden, runderen en konijnen.[6][7]

De opbouw van de intacte cel van T. denticola werd duidelijk door cryo-elektronentomografie.[bron?] Bij deze techniek worden cellen bliksemsnel – in enkele milliseconden of minder – gekoeld tot circa 200 °C onder nul of nog lager, zodat ijskristallen geen tijd krijgen zich te vormen. De structuren in de cel blijven dan heel en het materiaal wordt hard, zodat er monsters van gesneden kunnen worden.

Modellen

Muizen en ratten (Murinae) en andere gewervelden worden gebruikt als modelorganismen bij de kweek in vivo, maar per 2011 was geen bruikbaar model beschikbaar met consistente resultaten, voornamelijk doordat de complexe interactie met de gastheer soortspecifiek is. Verder zijn grote dieren problematisch als proefdieren, terwijl kleine knaagdieren nauwelijks tandvleesweefsel leveren, zodat er veel exemplaren nodig zijn. Middelgrote dieren zoals konijnen bleken beperkt geschikt.[13][14]

Zelf is T. denticola een geschikt modelorganisme voor het bestuderen van fysiologie, metabolisme en gastheer-pathogeen-interacties bij Treponema-soorten. Gunstig daarvoor is dat genoom en groei van T. denticola vrij makkelijk te manipuleren zijn.[4]

Taxonomie

Treponema denticola is sinds het einde van de 19e eeuw bekend. De bacterie werd in 1886 door Carl Flügge (1847–1923) beschreven onder de naam Spirochaete denticola, in zijn monumentale boek Die Mikroorganismen : mit besonderer Berücksichtigung der Aetiologie der Infectionskrankheiten.[15] De naam denticola is ontleend aan het Latijn: dentis is de genitief van dens, tand; de suffix -cola betekent bewonend: tandbewoner.[16] Wat hij bij 500 × vergroting zag, waren draadvormige, gegolfde structuren van tien tot twintig micrometer lang met spitse einden. Hij noteerde dat de bacterie zeer veel voorkwam in tandplak en cariës, samen met Leptothrix buccalis (tegenwoordige naam: Leptotrichia buccalis). Een bacteriologisch woordenboek uit hetzelfde jaar geeft tien tot dertig micrometer als afmetingen en noemt als alternatieve namen Spirochaete dentium en Spirochaete buccalis.[17] Later is de bacterie in het geslacht Treponema geplaatst.

Van 1889 tot 1940 is de bacterie aangeduid met uiteenlopende namen, die echter geen taxonomische erkenning hebben. Gebruikte geslachtsnamen waren Spirochaete, Spirillum, Spirochaeta en Spironema, soortnamen waren dentium, microdentium, orthodonta, dentium-stenogyratum en orthodontum.[18]

In het International Journal of Systematic and Evolutionary Microbiology publiceerden Chan et al. in 1993 analyses van enkele stammen van T. denticola, waarbij stam 35405 als de typestam werd gekozen.[19] Op basis van die publicatie wordt het taxon aangeduid als Treponema denticola (ex Flügge 1886) Chan et al. 1993,[11] verwijzend naar Carl Flügge. De onderzoeksgroep van Chan meende overigens dat de beschrijving door de bekende parasitoloog Émile Brumpt[opm. 2] de eerste taxonomisch geschikte publicatie van de naam denticola was en stelde de naam 'Treponema denticola (ex Brumpt 1925) sp. nov., nom. rev.' voor.[opm. 3]

Genoom

Van de typestam is het genoom in 2004 gepubliceerd. De sequentie van 2 843 201 basenparen bevat 2786 coderingen voor eiwitaanmaak, de zogenaamde open leesramen (ORF's, naar het Engels: open reading frames) en daarnaast nog 6 rRNA's en 44 tRNA's. Ter vergelijking: het minimale genoom van Treponema pallidum bevat slechts 1040 ORF's. Drie evolutionaire ontwikkelingen worden aangewezen als grondslag voor het verschil:[3]

  • Reductieve evolutie, waarbij een organisme genen niet meer bezit die in eerdere generaties of bij verwante taxa wel voorkomen. Bij Treponema denticola zijn vooral genen verdwenen die te maken hebben met metabolisme en het transport van stoffen in de cel.
  • Het ontstaan van nieuwe genen, bij T. denticola vooral in verband met de ziekteverwekkende eigenschappen.
  • Horizontale genoverdracht, veelal genen met onbekende functies of afkomstig van bacteriofagen.

Celstructuur en levenswijze

Enkele structuren

De bacterie is omhuld door twee celmembranen, met daartussen een ruimte die periplasma wordt genoemd. Daarin bevinden zich strak gebundelde zweepstaartjes, die kenmerkend zijn voor spirocheten. Binnen de membranen, in het cytoplasma, liggen vezels over de hele lengte van de cel. Deze intermediaire filamenten liggen tegen het binnenste membraan, parallel aan de zweepstaartjes (flagella) die buiten datzelfde membraan liggen. De filamenten bestaan voor het overgrote deel uit één eiwit, dat gecodeerd wordt door het gen CfpA.

Facultatief anaeroob

Lang is gedacht dat T. denticola obligaat anaeroob is en dus niet kan overleven onder atmosferische, zuurstofrijke omstandigheden. Echter, in 1993 bewezen Syed et al. dat de bacterie facultatief anaeroob is en in aanwezigheid van zuurstof zelfs iets sneller groeit. De werking van protease-enzymen die peptiden afbreken was wel afhankelijk van de samenstelling van de atmosfeer, maar zonder dat daar in 1993 een duidelijk beeld uit voortkwam.[20]

Ook na de ontdekking van Syed et al. is deze bacterie vaak als anaeroob aangeduid.

Beweging

Zoals alle Treponema beweegt denticola zich voort met kurkentrekkerachtige of golvende bewegingen. Algemeen wordt aangenomen dat de periplasmatische zweepstaartjes de spirocheten het vermogen geven om te draaien en te buigen. Vergeleken met andere prokaryoten verplaatsen Treponema zich met uitzonderlijk gemak in viskeuze (stroperige) milieus, en in laboratoria dringen ze makkelijk door in enkelvoudige lagen cellen (monolayers). De beweeglijkheid en de invasieve vermogens worden algemeen in verband gebracht met de gegolfde of gedraaide vorm van deze bacteriën en met de plaatsing van hun zweepstaartjes.[21]

Hechting

De belangrijkste plaats waar de cel zich in de mondholte vasthecht is de pocket, de spleet tussen tandvlees (gingiva) en tand. Om niet in het darmkanaal te verdwijnen, moet T. denticola zich onmiddellijk met een van zijn spitse uiteinden aan een oppervlak hechten. Beide einden bevatten een schijf die betrokken zou kunnen zijn bij de aanhechting en min of meer de vorm heeft van een knieschijf. Evenals de zweepstaartjes ligt deze structuur tussen het binnenste en het buitenste celmembraan.

De bacterie kan zich binden aan uiteenlopende menselijke cellen en weefsels, onder andere aan fibroblasten (bindweefselcellen) van ontstoken tandvlees en aan het basaal membraan. Daarnaast kan T. denticola zich vastzetten op vullingen, wortelcement en tandheelkundig cement, en ook aan fusobacteriën, althans aan soorten die in de mondholte voorkomen. Hechting aan elkaar of aan andere Treponema-soorten is niet waargenomen.[22]

Invasie in gastheercellen

De meeste bacteriën zijn veel kleiner dan normale cellen van eukaryoten en dat geldt zeker voor de draadvormige, kleine Treponema. T. denticola kan binnendringen in gastheercellen en kan minstens in een deel van zijn levenscyclus als endoparasiet leven, zoals aangetoond is bij epitheelcellen van het tandvlees. Door binnen te dringen in de cellen, kan de bacterie het immuunsysteem ontwijken en dieper binnendringen in het steunweefsel van de tand, het parodontium.[23][24] Het eiwit dentilisine, dat typerend is voor T. denticola, speelt daarbij vermoedelijk een belangrijke rol. Waarschijnlijk door afbraak van de tight junctions kan deze spirocheet de barrière van het epitheel verzwakken,. Cytotoxiciteit speelt vermoedelijk een ondergeschikte rol bij de invasie.[23][24]

Cytotoxiciteit

In het tandvlees kan T. denticola zich hechten aan de celmembranen van het meest voorkomende type bindweefselcellen, de fibroblasten. De bacterie kan zich binden aan uiteenlopende eiwitten, waaronder fibronectine en collageen. De bacterie kan componenten uit zijn eigen cel overbrengen naar de gastheercel, waar ze onder andere de celmembraan verzwakken. Die gaat uitpuilen, wat de uitwisseling van stoffen en de cytotoxische werking vergemakkelijkt.

Bij binding aan rode bloedcellen van mensen, paarden, runderen en konijnen kan deze spirocheet samenklontering van die cellen en celdood door lyse veroorzaken, maar enkel in bepaalde fasen van de bacteriële levenscyclus. Onderzoek uit 1992 deed vermoeden dat de klontering veroorzaakt wordt door een eiwitcomplex van de bacterie, mogelijk een glycoproteïne.[6]

Vraagteken

Er wordt getwijfeld aan de juistheid van het volgende gedeelte.
Raadpleeg de bijbehorende overlegpagina en pas na controle desgewenst het artikel aan.
Opgegeven reden: Vertaling van het Engelse artikel, dat in elk geval onevenwichtig is. Na de vertaling is dit deel nog niet nagezien aan de hand van bronnen, in tegenstelling tot de rest van het artikel. (sjabloon geplaatst op 28 juli 2021)

Rol bij ziekte

Parodontale ziekte

Parodontitis is een vorm van tandvleesontsteking die veroorzaakt kan worden door de ophoping van tandplak bij slechte mondhygiëne. Tandplak is een kleverige substantie die bacteriën bevat die kunnen verharden tot een substantie die calculus wordt genoemd, waardoor het tandvlees geïrriteerd raakt.

Treponema denticola, een subgingivale orale spirocheet is in verband gebracht met veel parodontale aandoeningen zoals: het vroege stadium van parodontitis, acute pericoronitis (infectie onder het tandvlees dat een gedeeltelijk doorgebroken tand bedekt), alsmede necrotiserende ulceratieve gingivitis (ernstige ontsteking van het tandvlees die vaker voorkomt bij immunogecompromitteerde patiënten). Het betreft laesies die beperkt blijven tot het gingivale weefsel.

Uit klinisch bewijs en onderzoek blijkt dat parodontale pockets grote aantallen Treponema denticola bevatten, samen met andere proteolytische gramnegatieve bacteriën, die een belangrijke rol spelen bij de ontwikkeling van parodontale aandoeningen. De toxische producten van deze bacteriën, met name treponema denticola, kunnen het oppervlak van de parodontale cellen beschadigen, waardoor deze vatbaarder worden voor beschadiging en lysis. Treponema denticola hecht zich aan fibroblasten en epitheelcellen alsmede aan extracellulaire matrixcomponenten die in parodontale weefsels worden aangetroffen en geeft zijn eigen bacteriële inhoud af. De bacteriële componenten zijn:

  • Buitenste schede geassocieerde peptidasen
  • Chymotrypsine-eiwitases
  • Trypsine-eiwitases
  • Hemolytische activiteiten
  • Hemagglutinerende activiteiten
  • Buitenste-schede-eiwit met porievormende eigenschappen

In een aantal studies is een toename van Treponema denticola waargenomen bij patiënten met orthodontische apparatuur, met name het vaste type.

Orale kanker

Treponema denticola is een potentieel etiologisch bacterieel agens voor mondkanker. Het bevordert oncogenese (proces waarbij gezonde cellen kankercellen worden) en daardoor de progressie van mondkanker door chronische ontsteking die de invasiviteit van de kankercellen bevordert. Dit resulteert in het stoppen van celapoptose (remming van gecontroleerde celdood - een veiligheidsmechanisme binnen cellen om te voorkomen dat meer schade optreedt), wat resulteert in snelle groei en vermenigvuldiging van kankercellen. Hierdoor wordt het immuunsysteem onderdrukt, waardoor het lichaam de kankercellen niet meer herkent, met als gevolg dat er meer kankerbevorderende stoffen worden geproduceerd. De aanwezigheid van T. Denticola samen met andere parodontale pathogenen en bacteriële diversiteit binnen de mondholte zijn belangrijke factoren die bijdragen aan kankercellen (waaronder precancereuze maaglaesies).

Noten

Licentie

  • Dit artikel of een eerdere versie ervan is een (gedeeltelijke) vertaling van het artikel Treponema denticola op de Engelstalige Wikipedia, dat onder de licentie Creative Commons Naamsvermelding/Gelijk delen valt. Zie de bewerkingsgeschiedenis aldaar.

Opmerkingen

  1. Tandeloze mensen hebben van opzij gezien soms opvallend dunne kaken, wat door necrose veroorzaakt kan zijn, maar niet per se door T. denticola. Necrose is overigens niet de enige oorzaak van dunne kaken. Kaakweefsel wordt aangemaakt en afgebroken onder invloed van belasting, zoals kauwen. Als mensen niet stevig kauwen, is afbraak van kaakweefsel het gevolg.
  2. Chan et al. noemt als beschrijvende publicatie (met weglating van de accenttekens): (fr) Brumpt, Émile, Redactie: Roger, G. H. et al. (1925). Noveau traité de médecine. Masson et Cie, Parijs, p. 535-578: Les spirochétoses.
  3. De naam Treponema denticola komt niet voor in de Approved Lists of Bacterial Names van 1980, waardoor dit in een latere publicatie per definitie een nieuwe soort is (sp. nov. = species nova), hoewel het organisme zelf allang bekend was. Verder gaf Chan met de aanduiding nom. rev. (nomen revictum) aan, dat de beschrijving bij deze naam door Brumpt adequaat was en dat deze naam opnieuw in gebruik genomen kon worden.

Referenties

  1. a b New insights into the emerging role of oral spirochaetes in periodontal disease | Elsevier Enhanced Reader. Gearchiveerd op 18 augustus 2021. Geraadpleegd op 23 mei 2021.
  2. Chan, E. C. S., Siboo, R., Keng, T., Psarra, N., Hurley, R.. Treponema denticola (ex Brumpt 1925) sp. nov., nom. rev., and Identification of New Spirochete Isolates from Periodontal Pockets. International Journal of Systematic and Evolutionary Microbiology 43 (2): p.201. ISSN: 1466-5034,. DOI: 10.1099/00207713-43-2-196. Gearchiveerd van origineel op 22 mei 2021. Geraadpleegd op 22 mei 2021.
  3. a b c (en) Seshadri, R., et al. (13 april 2004). Comparison of the genome of the oral pathogen Treponema denticola with other spirochete genomes. Gearchiveerd op 23 mei 2021. PNAS 101 (15): p. 5646-5651. ISSN:1091-6490. DOI:10.1073/pnas.0307639101.
  4. a b c Saraithong, Prakaimuk, Goetting-Minesky, M. Paula, Durbin, Peter M., Olson, Spencer W., Gherardini, Frank C. (11 maart 2020). Roles of TroA and TroR in Metalloregulated Growth and Gene Expression in Treponema denticola. Journal of Bacteriology 202 (7). ISSN: 0021-9193. PMID 31932313. PMC PMC7167467. DOI: 10.1128/JB.00770-19. Gearchiveerd van origineel op 18 augustus 2021. Geraadpleegd op 4 juni 2021.
  5. (en) search. www.globalbioticinteractions.org. Gearchiveerd op 2 juni 2021. Geraadpleegd op 1 juni 2021.
  6. a b c (en) Mikx, F.H.; Keulers, R.A., Hemagglutination activity of Treponema denticola grown in serum-free medium in continuous culture. Infection and Immunity (1992-05). Gearchiveerd op 4 juni 2021. Geraadpleegd op 4 juni 2021.
  7. a b (en) Verma, R. K., Rajapakse, Sunethra, Meka, A., Hamrick, Clayton, Pola, S. (2010). Porphyromonas gingivalis and Treponema denticola Mixed Microbial Infection in a Rat Model of Periodontal Disease. Semantic Scholar. Gearchiveerd van origineel op 3 juni 2021. Geraadpleegd op 3 juni 2021.
  8. Rôças, I. N., Siqueira, J. F., Santos, K. R., Coelho, A. M. (2001-04). "Red complex" (Bacteroides forsythus, Porphyromonas gingivalis, and Treponema denticola) in endodontic infections: a molecular approach. Oral Surgery, Oral Medicine, Oral Pathology, Oral Radiology, and Endodontics 91 (4): 468–471. ISSN: 1079-2104. PMID 11312465. DOI: 10.1067/moe.2001.114379.
  9. Izard, Jacques, Sasaki, Hajime, Kent, Ralph (2012). Pathogenicity of Treponema denticola Wild-Type and Mutant Strain Tested by an Active Mode of Periodontal Infection Using Microinjection. International Journal of Dentistry 2012. ISSN: 1687-8728. PMID 22829826. PMC PMC3398590. DOI: 10.1155/2012/549169. Gearchiveerd van origineel op 18 augustus 2021. Geraadpleegd op 23 mei 2021.
  10. Africa, Charlene W. J., Nel, Janske, Stemmet, Megan (2014-07). Anaerobes and Bacterial Vaginosis in Pregnancy: Virulence Factors Contributing to Vaginal Colonisation. International Journal of Environmental Research and Public Health 11 (7): 6979–7000. ISSN: 1661-7827. PMID 25014248. PMC PMC4113856. DOI: 10.3390/ijerph110706979. Gearchiveerd van origineel op 3 april 2021. Geraadpleegd op 16 mei 2021.
  11. a b (en) Adam Podstawka, Treponema denticola | Type strain | DSM 14222, ATCC 35405 | BacDiveID:14344. bacdive.dsmz.de. Gearchiveerd op 16 mei 2021. Geraadpleegd op 16 mei 2021.
  12. Chan, E. C. S., McLaughlin, R. (2000). Taxonomy and virulence of oral spirochetes. Oral Microbiology and Immunology 15 (1): 1–9. ISSN: 1399-302X. DOI: 10.1034/j.1399-302x.2000.150101.x. Gearchiveerd van origineel op 16 mei 2021. Geraadpleegd op 16 mei 2021.
  13. Oz, Helieh S., Puleo, David A. (2011). Animal Models for Periodontal Disease. Journal of Biomedicine and Biotechnology 2011. ISSN: 1110-7243. PMID 21331345. PMC PMC3038839. DOI: 10.1155/2011/754857. Gearchiveerd van origineel op 18 augustus 2021. Geraadpleegd op 4 juni 2021.
  14. Oortgiesen, Daniel A.W., Meijer, Gert J., Bronckers, Antonius L.J.J., Walboomers, X. Frank, Jansen, John A. (27 april 2009). Fenestration Defects in the Rabbit Jaw: An Inadequate Model for Studying Periodontal Regeneration. Tissue Engineering Part C: Methods 16 (1): 133–140. ISSN: 1937-3384. DOI: 10.1089/ten.tec.2009.0191. Gearchiveerd van origineel op 4 juni 2021. Geraadpleegd op 4 juni 2021.
  15. (de) Carl Flügge (1886). Die Mikroorganismen : mit besonderer Berücksichtigung der Aetiologie der Infectionskrankheiten. Vogel, p. 390 e.v.. Gearchiveerd op 18 augustus 2021. Geraadpleegd op 21 mei 2021.
  16. (en) Species: Treponema denticola. lpsn.dsmz.de. Gearchiveerd op 16 mei 2021. Geraadpleegd op 16 mei 2021.
  17. (de) Royal College of Physicians of Edinburgh (1886). Wörterbuch der Bacterienkunde. Stuttgart : Enke, p 37. Gearchiveerd op 21 mei 2021. Geraadpleegd op 21 mei 2021.
  18. (en) Taxonomy browser (Treponema denticola). www.ncbi.nlm.nih.gov. Gearchiveerd op 18 augustus 2021. Geraadpleegd op 1 juni 2021. Namen, auteurs en jaartallen:
    • Spirochaete dentium Miller 1889
    • Spirillum dentium (Miller 1889) Sternberg 1892
    • Spirochaeta dentium (Miller 1889) Migula 1895
    • Spironema dentium (Miller 1889) Gross 1912
    • Treponema dentium (Miller 1889) Dobell 1912
    • Treponema microdentium Noguchi 1912
    • Spirochaeta orthodonta Hoffmann 1920
    • Spirochaeta microdentium (Noguchi 1912) Heim 1922
    • Treponema dentium-stenogyratum Pettit 1928
    • Treponema orthodontum (Hoffmann 1920) Noguchi 1928
    • Spirochaeta ambigua Seguin and Vinzent 1936
    • Spirochaeta comandonii Seguin and Vinzent 1936
    • Treponema ambiguum (Seguin and Vinzent 1936) Prevot 1940
    • Treponema comandonii (Seguin and Vinzent 1936) Prevot 1940
  19. Chan, E. C. S., Siboo, R., Keng, T., Psarra, N., Hurley, R.. Treponema denticola (ex Brumpt 1925) sp. nov., nom. rev., and Identification of New Spirochete Isolates from Periodontal Pockets. International Journal of Systematic and Evolutionary Microbiology 43 (2): 196–203. ISSN: 1466-5034,. DOI: 10.1099/00207713-43-2-196. Gearchiveerd van origineel op 22 mei 2021. Geraadpleegd op 22 mei 2021.
  20. Syed, S. A., Mäkinen, K. K., Mäkinen, P. L., Chen, C. Y., Muhammad, Z. (1993-05). Proteolytic and oxidoreductase activity of Treponema denticola ATCC 35405 grown in an aerobic and anaerobic gaseous environment. Research in Microbiology 144 (4): 317–326. ISSN: 0923-2508. PMID 8248625. DOI: 10.1016/0923-2508(93)90016-u.
  21. Izard, Jacques, Samsonoff, William A., Limberger, Ronald J. (2001-02). Cytoplasmic Filament-Deficient Mutant of Treponema denticola Has Pleiotropic Defects. Journal of Bacteriology 183 (3): 1078–1084. ISSN: 0021-9193. PMID 11208807. PMC PMC94976. DOI: 10.1128/JB.183.3.1078-1084.2001. Gearchiveerd van origineel op 18 augustus 2021. Geraadpleegd op 23 mei 2021.
  22. Kolenbrander, P. E., Parrish, K. D., Andersen, R. N., Greenberg, E. P. (1 december 1995). Intergeneric coaggregation of oral Treponema spp. with Fusobacterium spp. and intrageneric coaggregation among Fusobacterium spp.. Infection and Immunity 63 (12): 4584–4588. ISSN: 0019-9567. PMID 7591109. Gearchiveerd van origineel op 23 mei 2021. Geraadpleegd op 23 mei 2021.
  23. a b Inagaki, Satoru, Kimizuka, Ryuta, Kokubu, Eitoyo, Saito, Atsushi, Ishihara, Kazuyuki (1 mei 2016). Treponema denticola invasion into human gingival epithelial cells. Microbial Pathogenesis Microbiota of the periodontal pocket: pathogens and commensals 94: 104–111. ISSN: 0882-4010. DOI: 10.1016/j.micpath.2016.01.010. Geraadpleegd op 3 juni 2021.
  24. a b Chi, Bo, Qi, Mingshan, Kuramitsu, Howard K. (2003-11). Role of dentilisin in Treponema denticola epithelial cell layer penetration. Research in Microbiology 154 (9): 637–643. ISSN: 0923-2508. PMID 14596901. DOI: 10.1016/j.resmic.2003.08.001.